Schoenadvies risicopatienten
(vb. diabetes/vaatlijden/reuma)
Zeker 70% van alle diabetische wonden worden veroorzaakt door het dragen van niet passend schoeisel en/of sokken!
- Koop uw schoenen altijd ’s middags, bij voorkeur aan het eind van de middag.
- Laat uw voeten altijd opmeten, lengte en breedte.
- De schoen moet minstens 1 cm langer zijn dan de langste teen. Ook de breedte moet goed zijn.
- Let u erop dat de schoen extra diep is, d.w.z. voldoende hoogte bij de tenen.
- Uw schoenen moeten een instelbare sluiting op de wreef hebben, zoals een vetersluiting of klittenband-sluiting. Een instapper is altijd te klein.
- De hielversteviging van de schoen moet stevig zijn en uw hiel goed omsluiten.
- De hakhoogte van de schoen mag maximaal 2-3 cm zijn. De hakvorm moet recht en breed zijn. Hierdoor staat u steviger.
- Als u eigen zolen heeft, koopt u bij voorkeur een schoen met een heel, uitneembaar voetbed. Zo heeft de schoen meer ruimte voor uw eigen zool.
- Als u zolen en/of orthesen gebruikt, neemt u deze dan mee/doet deze aan bij het passen van de schoenen.
- De (eigen) inlegzool moet vlak in de schoen liggen.
- Aan de binnenkant van de schoen mogen geen naden en stiksels voelbaar zijn.
- Als u weet dat het gevoel in uw voeten niet optimaal is, geeft u dat dan aan bij de verkoper. Bij een goede schoenenwinkel zullen ze dit serieus nemen.
- Het “niet voelen”van de schoen is geen goed argument bij mensen met een gevoels-stoornis. Neemt u de tijd voor het passen van de schoenen, loop er even mee rond in de winkel. Vaak is een drukplek al snel zichtbaar.
- Als u nieuwe schoenen heeft, controleert u de eerste dagen goed op het ontstaan van eventuele drukplekken aan uw voeten.
- Een sportschoen voldoet aan veel van bovenstaande eisen en is dan ook in veel gevallen een goede schoen voor een diabetespatiënt. Vraag uw podotherapeut om advies.
- In een aantal gevallen zijn confectie-schoenen niet meer voldoende en zal uw podotherapeut u (semi) orthopedisch schoeisel adviseren.